< Terug
Algemeen

De werking van het erfrecht in Duitsland

De hoofdregel is: raadpleeg vroegtijdig, ook voorafgaand aan de koop, uw fiscalist en een op Duits recht gespecialiseerde notaris. Wij kunnen u behulpzaam zijn met deze voorbereidingen en hebben een samenwerking met een Nederlands-Duitse notaris. Tevens raden wij u aan om contact te leggen met een notaris die u kan voorlichten over erfrecht, samenwonen, volmacht (bij ziekte), etc.

Erfrecht
Ieder land heeft zijn eigen regels van erfrecht. Over het algemeen is bij overlijden wel duidelijk welk erfrecht geldt. In de meeste gevallen woonde de erflater op het moment van overlijden in het land waarvan hij ook de nationaliteit had. In zo'n geval is er niets aan de hand: het recht van het land van zijn nationaliteit, tevens het land van zijn woonplaats, is van toepassing. Dit geldt zowel voor Nederland als voor Duitsland. Het wordt lastiger als een Nederlander op het moment van overlijden in Duitsland woont en/of in Duitsland vermogen heeft. Op grond van de Europese regels is voor een Nederlander die in Duitsland zijn ‘gewone verblijfplaats’ heeft, lees: in Duitsland het middelpunt van zijn leven, het Duitse recht van toepassing. Het Europese recht biedt een Nederlander echter de mogelijkheid om een rechtskeuze te doen. Hij kan kiezen voor het recht van het land van zijn nationaliteit. Deze rechtskeuze moet in een testament worden vastgelegd. Inhoudelijke verschillen tussen het Nederlandse en Duitse recht maken het interessant en soms noodzakelijk een testament op te stellen, in het bijzonder als de erflater in Duitsland onroerend goed bezit. Het Duitse erfrecht kent bijvoorbeeld een recht op een legitieme portie voor ouders. De legitieme portie is in Duitsland 50% van het wettelijk erfdeel, in Nederland bestaat geen aanspraak op een legitieme portie voor ouders. Ook kinderen hebben in Duitsland een direct opeisbare legitieme portie. In Nederland kun je dat recht van het kind uitstellen tot aan het overlijden van de langstlevende van de ouders.

Een voorbeeld:
De Nederlandse Harry koopt een huis in Duitsland waarin hij met zijn vriendin Inge woont. Dan overlijdt Harry. In een testament bepaalt hij dat Inge zijn enige erfgenaam wordt. Zijn ouders leven nog. Heeft Harry in zijn testament geen keuze voor het Nederlandse recht gemaakt, dan geldt het Duitse erfrecht. Wettelijke erfgenamen zijn dan de ouders van Harry, ieder voor de helft. Door het testament worden de ouders volledig onterfd. Zij blijven echter aanspraak houden op de legitieme portie, ieder voor de helft van het wettelijk erfdeel, dus ieder voor 25%. In deze situatie moet Inge dus 50% van de waarde van het huis aan de ouders van Harry betalen! Heeft Harry in zijn testament een keuze voor het Nederlandse recht gemaakt en worden de ouders geheel onterfd, dan krijgen zij niets, omdat het Nederlandse recht geen aanspraak op een legitieme portie voor ouders kent. Inge is erfgenaam van het huis en hoeft de ouders niets te betalen.

Nog een voorbeeld:
Fred koopt samen met zijn vrouw Klaartje een huis in Duitsland. Fred en Klaartje zijn Nederlanders en hebben twee kinderen: Kees en Ronald. Fred overlijdt. Fred heeftgeen testament opgesteld, omdat hij heeft gehoord dat in Nederland ‘het erfrecht automatisch op het langste leven staat. Nu Fred in Duitsland woont, geldt echter het Duitse recht: op grond van het Duitse erfrecht zijn de langstlevende en de kinderen samen erfgenamen. De kinderen kunnen eisen dat hun erfdeel wordt verkocht (of overgenomen door Klaartje) en kunnen dus direct geld opeisen. Zou Fred een testament hebben gemaakt en hebben gekozen voor het Nederlandse recht, dan had dit niet gekund!

Huwelijkse voorwaarden, geregistreerd partnerschap, samenlevingscontract en homohuwelijk
Nederlandse huwelijkse voorwaarden worden in Duitsland in principe erkend, maar de bedoelingen van partijen in deze voorwaarden kunnen doorkruist worden door Duitse bepalingen van dwingend recht. Overleg dus in een vroeg stadium met een Nederlandse notaris die verstand heeft van het Duitse recht hoe je bepalingen eventueel moet wijzigen voor dat doel of welke zaken je wellicht nog extra moet regelen. Let op! Datzelfde geldt in nog veel sterkere mate voor geregistreerd partnerschap en het samenlevingscontract, dat niet onder alle omstandigheden in Duitsland wordt erkend. Duitsland kent overigens weer wel een wettelijke regeling die lijkt op ons “homohuwelijk”. De Nederlandse notaris die verstand heeft van het Duitse recht, kan je hiermee helpen, omdat je ook op dit gebied een rechtskeuze kunt uitbrengen, die Duitsland accepteert.

Volmacht en wilsonbekwaamheid
Ook belangrijk is dat je nadenkt over de situatie dat je, bijvoorbeeld als gevolg van dementie, coma of een beroerte, zelf niet meer kunt handelen. Met een goede Nederlandse en Duitse ‘volmacht’, kun je aan je partner, kinderen, ouders, broers/zussen, neven/nichten of anderen een volmacht geven om voor jou te kunnen handelen in zo’n situatie. Dat voorkomt voor je naasten de gang naar de rechter. Doe je namelijk niets en doet zich zo’n geval voor, dan moeten je naasten naar de rechter om een ‘Betreuung’ (in Nederland heet dat curatele, bewind en/of mentorschap) aan te vragen, met alle rompslomp van dien bij de aanvraag en de jaarlijkse rekening en verantwoording en de toestemming die je voor allerlei handelingen nodig heeft. Sommige notarissen bieden zowel Nederlandse en Duitse volmachten aan, die in beide landen werken.

Erfbelasting/Erbschaftssteuer
Behalve bovenstaande belangrijke juridische zaken, is het ook nog belangrijk om te letten op de erfbelasting (vroeger heette dat: successierecht, in Duitsland heet dit: Erbschaftssteuer). De eerste tien jaar na je vertrek kunnen beide landen erfbelasting heffen. Omdat de vrijstelling en tarieven in beide landen verschillen, kunnen de gevolgen groot zijn als je niets regelt. Laat je daarom voor

lichten door een Nederlandse notaris die ook verstand heeft van het Duitse belastingrecht.

*Bron: Mr. Dr. Ronald Brinkman